TJERK DE REUS – Zachtjes glijdt de boot over het water. Geboeid en gelaten wordt de patiënt vervoerd. Geen instemming, geen toestemming, wie zwijgt stem toe. Aan de ene kant de levenseindekliniek, aan de andere kant het levenshuis. (Winter in Gloster Huis)
Met dit intrigerende beeld opent Vonne van der Meer in haar boek de discussie over euthanasie. Geen scherpe discussie over verhardende standpunten, maar een verhaal over leven, waardigheid en toevoegen van levensvreugde.
“Misschien kan het boek een tegenstem zijn in het debat over de vraag of het niet tijd is om de euthanasiewet te verruimen”
– Vonne van der Meer
Vonne van der Meer werpt in haar roman Winter in Gloster Huis een blik in de nabije toekomst. Hoe gaan mensen over een jaar of tien om met het levenseinde? In de toekomstige wereld die Van der Meer schetst, is het levenseinde goed geregeld. Het is een kwestie van efficiënte organisatie, mogelijk gemaakt door de zogenoemde ‘Klaar met leven-wet’. Wie wil, kan ‘eruit stappen’. Maar wie wil dat echt? Over deze vraag laat Vonne van der Meer haar lezers nadenken. Wie geen moed meer heeft om te leven, zou misschien nieuwe moed kunnen vinden. Dat gebeurt in deze roman.
In een interview met het Christelijk Weekblad zei Van der Meer: “Misschien kan Winter in Gloster Huis een tegenstem zijn in het debat over de vraag of het niet tijd is om de euthanasiewet te verruimen.”
Het verhaal van Winter in Gloster Huis is creatief en verrassend. Twee broers, Arthur en Richard, krijgen onverwacht een grote erfenis. Allebei beginnen ze een nieuw leven. Richard opent een hotel, prachtig gelegen aan een groot meer, waarin mensen hun levenseinde praktisch en netjes kunnen realiseren, geheel gratis: het Vaarwelhotel. Broer Arthur heeft er moeite mee en noemt het een ‘zelfmoordhotel’. Hij komt op het idee om ook aan de overzijde van het meer een hotel in te richten, maar dan om mensen nieuwe hoop en moed te geven, om het leven weer te willen aanvaarden. De samenwerking tussen beide broers bestaat erin dat mensen die al ingecheckt zijn bij het Vaarwelhotel maar aarzeling vertonen, stiekem naar het andere hotel worden gebracht. Daar worden ze met aandacht en liefde omringd, in de hoop dat ze de smaak van leven weer te pakken krijgen.
In het verhaal dat Vonne van der Meer vertelt, kom je allerlei kritische noties tegen die je ook kunt vertalen naar vandaag. Zo komt de ouderenzorg in beeld, waarin virtuele zorg de overhand heeft: met camera’s op afstand, dus zonder menselijke nabijheid. En wat betreft euthanasie: artsen die hier moeite mee hebben krijgen het zwaar te verduren. Toch overheerst in deze roman niet allereerst de cultuurkritiek. Van der Meer laat haar lezers vooral snuffelen aan een andere way of life, ze maakt een ander levensbesef tastbaar. Ze drijft een wig in de zelforganisatie van de autonome mens door aandacht te vragen voor de aarzeling die mensen toch opeens kunnen hebben. Wie aarzelt, heeft de hoop op een andere levensmogelijkheid nog niet helemaal verloren. In deze roman laat de auteur zien dat dit leiden kan tot een nieuw besef van dankbaarheid en verwondering.
“Extra aandacht voor kwaliteit van leven”
– Jaap Gootjes
Jaap Gootjes, directeur Hospice Kuria Amsterdam en lid van de Pro Life Raad, over het boek:
“De vraag naar de waarde van het leven komt in het boek indringend aan de orde. Voor vandaag is het ook een actueel thema. Het leven heeft waarde. Het is een geschenk wat God geeft en neemt. Het probleem is echter dat niet iedereen die waarde ziet. Mensen kunnen zich eenzaam en te veel of een blok aan het been voelen. In de palliatieve zorg komen wij die mensen ook tegen. In hospice Kuria kijken we naar vier dimensies die allemaal belangrijk zijn. We richten ons op lichamelijk, psychisch, sociaal en existentieel/spiritueel welbevinden. Dat vraagt een andere manier van kijken en zien, van vragen en ervaren, van luisteren en horen. Dat vraagt een actieve en betrokken houding van zowel de professionele hulpverlener als vrijwilliger. In hospice Kuria vindt geen euthanasie plaats. Wel goede zorg met aandacht voor de totale mens in alle aspecten. Echte aandacht voor de kwaliteit van leven.”